Rechtvaardigheid en Solidariteit.
Europese Unie

Zes jaar na het einde van de Tweede wereldoorlog in Europa, kwam het eerste officiële verdrag in 1951 in stand. Dit is het Verdrag van Parijs. De Benelux, Frankrijk, Italië en West-Duitsland sloten de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (de EGKS). Dit verdrag werd gesloten met de intentie dat de natuurlijke vijanden (Frankrijk en Duitsland) geen oorlog meer met elkaar kunnen voeren, doordat het materiaal van kolen en staal onder centraal gezag kwam te staan van een hogere autoriteit. Wie wilde toetreden, kon dat via de gemeenschappelijke autoriteit doen. Jaren later werden er meer verdragen gesloten waaronder het Verdrag van Rome. Hieruit
ontstond de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Eigenlijk was dit de basis van de huidige Europese Unie. Binnen het EEG werd een gemeenschappelijke markt gevormd, waarin bepalingen werden vastgesteld verschillende sectoren.
Het Verdrag van Maastricht in 1992 was uiteindelijk de eerste grote stap met betrekking tot soevereiniteit. Het Europees Parlement kreeg de wetgevende macht over alle lidstaten en er zou langzaam één gezamenlijke munt worden geïntroduceerd, de euro. Een paar jaar later werd nog een verdrag gesloten. Dit keer het Verdrag van Amsterdam dat in 1999 in werking trad. Hierdoor kreeg de Europese Unie nog meer centrale macht en lidstaten moesten juist meer soevereiniteit afstaan, doordat de EU op een veel eenvoudigere manier besluitvorming kreeg door de stemmen via de wijze van gekwalificeerde meerderheid. Ook werden bevoegdheden overgedragen aan het centraal gezag met betrekking immigratie en asielbeleid. Verder kwamen de schengenakkoorden onder de EU-verdragen. Het akkoord van Schengen is het verdrag dat ervoor gezorgd heeft dat we binnen de EU vrije verkeer van personen hebben met betrekking tot de open grenzen.
De Europese Unie wilde later graag gebruik maken van een Europese grondwet. Door afwijzing van Nederland en Frankrijk (via het referendum) werd dit voorstel voorgoed afgewezen.
In reactie daarop werd in 2007 het Verdrag van Lissabon. Hierin kreeg de EU meer bevoegdheden, meer macht naar het Europees Parlement en de invoering van een voorzitter van de Europese Raad. Ook in het laatst genoemde werd er vanaf nu gebruik gemaakt van een gekwalificeerde meerderheid. In de jaren daarop breidde de EU zich steeds meer uit door toetreding van meer landen.
Waar het dus op neerkomt is dat de huidige Europese Unie zoals we die nu kennen is omgevormd tot een politieke unie, waarin veel bevoegdheden nu centraal worden gestuurd, terwijl de intentie van dit hele proces een economische samenwerking was op kolen en staal om een oorlog tussen Frankrijk en Duitsland uit te sluiten.
Nu is de vraag dus: ‘hoe kijkt de Beweging Verenigd Rechts en Allochtonen aan tegen het bestaan van de Europese unie en zijn ze voor of tegenstander van deze federale unie’?
De Europese Unie is uiterst complex en daarom kijken we naar 4 actoren om de vraag te kunnen beantwoorden:
1) EU op politiek vlak
De Europese Unie heeft Nederland een groot voordeel meegegeven waar we vandaag de dag allemaal dankbaar voor zijn. We hebben sinds de Tweede Wereldoorlog onderling geen oorlog meer gevoerd en vanwege de Europese eenwording leven we al meer dan 75 jaar in vrede met elkaar. De EU zorgt voor solidariteit tussen de lidstaten onderling en dit is belangrijk om effectief met elkaar te kunnen samenwerken om op te treden tegen illegale immigratie, criminaliteit en terrorisme. Doordat al deze lidstaten samen als één team optreden, vormen we een gezamenlijk blok op het wereldtoneel om onze belangen te kunnen vertegenwoordigen. Zeker tegen grootmachten als de Verenigde Staten, Rusland en China. Een enkele lidstaat zal minder serieus genomen worden, doordat je een minder sterke machtspositie inneemt. Dat geldt zeker voor een klein land als Nederland.
Toch hebben we ook wat nadelen op politiek vlak.
Het belangrijkste nadeel is dat Nederland een groot deel van haar soevereiniteit heeft afgestaan aan de Europese Unie. Er zijn ons beperkingen opgelegd met betrekking tot de financiën. We mogen niet meer zelf kiezen hoeveel tekort op de begroting hebben en ook de staatsschuld wordt streng gecontroleerd door de EU. Ook bemoeit het zich met zaken zoals (een belangrijk onderwerp voor ons partijprogramma), het pensioenstelsel. Beleid dat in Nederland gevoerd wordt steeds meer Europees, waardoor we ons beleid niet meer goed kunnen afstemmen op nationaal niveau. Ons politieke beleid wordt dus steeds meer effectief en 2022 is toch wel een goed voorbeeld dat er in ons land nog veel mis is. Nog een nadeel is dat wij de mensen in de EU niet kunnen kiezen. Wel zijn er de Europese Parlementsverkiezingen, maar mensen in de Europese Raad en Commissie worden op ondemocratische wijze benoemd. Daar hebben we dus totaal geen inspraak op. Verder heeft het Schengenakkoord gezorgd voor een open grenzen beleid in alle lidstaten van de EU. In principe is dat een prima keuze, we kunnen immers naar onze buurlanden heen en weer zonder telkens te hoeven stoppen. Handel en transport maakt het hierdoor veel makkelijker. Wel is Nederlander veel kwetsbaarder geworden voor de illegale immigratie vanuit Noord-Afrika en het Midden-Oosten, drugshandelaren en andere soorten criminelen en terroristen. We hebben overigens geen grenscontroles, dus de meeste mensen kunnen binnenkomen zonder tegengehouden te worden.
2) EU op sociaal vlak
Zoals we al aangaven is reizen binnen Europa dus heel makkelijk geworden. Er zijn bijna geen grenscontroles tussen de lidstaten en hierdoor kan iedereen heen en weer reizen zonder te hoeven stoppen. Dit maakt zakelijke reizen ook veel aantrekkelijker. Ook kennen we in de EU dezelfde regelgeving met betrekking tot de voedselkwaliteit en veiligheid, maar ook de rechten van werknemers. We worden als Nederlanders dus beschermd door de EU op dit soort zaken. Ook kunnen we, als we in dit land via de rechterlijke macht ons gelijk niet hebben gekregen, tot aan de Europese Raad een procedure opzetten om ons recht te kunnen halen. Verder zijn alle rechten van onze burgers in de EU verwerkt, waardoor we tegen onze eigen overheid beschermd worden.
Een groot nadeel is de grote migratiestromen die de afgelopen jaren onze kant op zijn gekomen. Door een te grote stroom aan migranten en vluchtelingen in combinatie met voorrang op sociale huurwoningen voor statushouders, tekort aan woningen, meer druk op de verzorgingsstaat en hogere belastingen is de kloof steeds groter worden in ons met meer polarisatie tot gevolg. Ook leidt het tot een slechtere integratie over de hele linie doordat de overheid geen strenge toezicht hierop houdt. Autochtonen en allochtonen worden zo steeds meer tegen elkaar opgezet.
3) Economisch vlak
Nederlands als lidstaat van de Europese Unie kent een goed aantal voordelen. Zo zijn onze inkomens gestegen door toegenomen welvaart, is onze export gegroeid door toetreding van meer landen in de EU en investeren meer buitenlandse bedrijven in Nederland door de vrije aantrekkelijke Europese regels die daaraan verbonden zijn. Door de Europese interne markt zijn zaken zoals vliegen, bankieren, maar ook internetten goedkoper geworden doordat we als één blok een sterke concurrentiepositie innemen. Ook is de Europese infrastructuur sterk verbeterd. Verder betalen we met een gezamenlijke munt, waardoor het voor ons makkelijker en goedkoper is geworden om zaken te doen binnen ons continent. Ook zijn de risico’s van de wisselkoers hierdoor verdwenen. Doordat we in de EU dezelfde onderwijs eisen hebben worden onze diploma’s in andere lidstaten evengoed erkend. Solliciteren is dus veel makkelijker geworden. De arbeidsomstandigheden zijn in onze lidstaten gelijk geworden en daardoor kunnen Nederlandse werkgevers ook makkelijk personeel aantrekken uit bijvoorbeeld Oost-Europa.
Wel kost de lidmaatschap van de EU ons een hoop geld. Het kost ons 225 euro per persoon per jaar. Ook zijn economische problemen in andere lidstaten onze problemen geworden. Een bekend voorbeeld is de economische crisis van Griekenland. Dit heeft ons miljarden euro’s gekost en hetzelfde geldt voor andere Europese landen en hetzelfde geldt voor de schulden van Italië waarin ze sinds de jaren 80 door verkeerde politieke keuzes toentertijd, nu in verkeren. Verder kent de Europese markt ook niet alleen voordelen. Doordat andere Europeanen banen bezetten die Nederlanders hadden kunnen doen, heeft dat effect op onze arbeidsmarkt en dus onze economie. We hebben een grotere verstoring in ons economische dynamiek. Nederlanders die niet het vermogen hebben om zich aan te passen lijden onder de snelle economische veranderingen.
4) Cultureel vlak
Door subsidies vanuit de EU kan ons land de culturele projecten bekostigen. Dit had anders uit eigen zak moeten. Doordat we ook makkelijker in andere EU landen kunnen studeren en werken, wordt Nederland steeds meer ontwikkeld. Ook de kwaliteit van ons onderwijs is door de huidige EU regels gewaarborgd. Denk bijvoorbeeld aan het creditsysteem, waarin je ieder jaar op het HBO of universiteit 60 studiepunten kunt scoren. Onze diploma’s zijn ontzettend waardevol. De EU heeft miljarden euro’s aan onderzoeksgeld waar ook Nederlandse onderzoekers gebruik van kunnen maken. Wij profiteren hier dus aan mee en meer financiële middelen voor onderzoeken leiden dus tot meer resultaten en ontwikkeling.
De Europese eenwording leidt helaas wel tot het verlies van nationale identiteit. Nog los van het feit dat de Europese volkeren zich over het algemeen sowieso niet verbonden voelen met elkaar, waardoor Europese eenwording eigenlijk nooit echt zal bestaan. Ook dreigen Europese concurrenten onze eigen bedrijven over te nemen waardoor de Nederlandse cultuur in gevaar komt. Concurrentie is dus goed voor economische groei, maar niet voor de culturele waarborging van een natiestaat.
Ook is de EU niet pragmatisch wanneer het aankomt op dit vlak. Nederlanders, Bulgaren en Polen zullen zichzelf nooit als Europeanen identificeren en beschouwen elkaar ook niet als hetzelfde, omdat onze culturele normen en waarden simpelweg verschillen. Ook zijn de Oost-Europese landen een stuk religieuzer dan de westerse landen. Hieruit is dus duidelijk een kloof te zien binnen de unie.
Hieruit concluderen wij dat Nederland er politiek gezien op achteruit gaat. De ondemocratische processen binnen de besluitvorming van de EU, het afstaan van onze soevereiniteit en de problemen die andere lidstaten met zich meebrengen wegen zwaarder tegenover de voordelen. Wel gaan we er economisch gezien op vooruit. De groeiende welvaart, de verbeterde arbeidsomstandigheden en de concurrentie binnen de interne markt vertroebelen de economische nadelen die daar tegenover staan. Ook sociaal gezien gaan we er op vooruit. We hebben veel beter bereik met andere lidstaten en door dezelfde EU wet en regelgeving worden we op een belangrijk aantal vlakken goed beschermd. Wel gaan we er cultureel op achteruit. We verliezen steeds meer onze identiteit, met name door het open grenzen beleid waar mensen buiten de EU van profiteren ten koste van de Nederlandse samenleving, ook op zakelijk niveau, waardoor onze bedrijven steeds meer in een hoek worden gedreven door andere Europese concurrenten. Ondanks dat de EU ons wel subsidies verleent voor cultuur en wetenschappelijk onderzoek, staat dat toch wat ons betreft niet zwaar genoeg tegenover de maatschappelijke gevolgen die we op cultureel vlak als lidstaat ervaren.
Doordat we op twee van de vier actoren ons land dus niet kunnen verbeteren en zelf achteruitgaan, geeft dit onze beweging een kritische positie op de Europese Unie. We willen zeker niet uit de EU stappen, dat kan zeer grote gevolgen hebben voor ons land waarin Nederland weer opnieuw moet gaan onderhandelen over allerlei zaken waarin de EU niet graag meewerkt, neem de Brexit als voorbeeld. Dit past dus ook niet binnen ons pragmatische principe. Wel willen wij strikte herzieningen op alle vier vlakken om de positie van Nederland te versterken op continentaal niveau. We moeten ons deel eisen!
Oplossingen
-
Nederland niet meer de pinautomaat van de EU
Op dit ogenblik staat Nederland voor bijna 250 miljard euro garant in het eurosysteem. We geven teveel geld uit aan Zuid-Europese landen, terwijl de zorg, woningmarkt, energieprijzen en onze verzorgingsstaat als geheel onder zeer grote druk staan. Wij betalen miljarden euro’s aan Zuid-Europa, omdat zij schulden hebben staan die afgelost moeten worden. Wij begrijpen natuurlijk dat de EU gebaseerd is op solidariteit en dat wij als land zelfs afhankelijk zijn van een land als Italië, omdat we een exporteconomie zijn. Toch vinden we als beweging niet dat Nederland voor zoveel kosten moet opdraaien, door de pinautomaat van Zuid-Europa te worden. Dat werkt niet en de miljarden die we aan hen besteden kunnen we enorm goed gebruiken om hier onze eigen problemen op te lossen. We moeten de geldstromen van noord naar zuid dus goed met andere lidstaten bespreken en komen tot andere oplossingen. Wat ons betreft moet ook de lidmaatschap van Italië als EU lidstaat besproken worden. Door de grote schulden waar Italië mee kampt, ondanks de voorzichtige uitgaven die het land heeft, zullen zij in de EU geen economische groei gaan doormaken. Hoeveel miljarden we maar ook aan hen blijven uitbesteden. Je kunt dus als lidstaat kiezen voor een langzame dood zonder economische groei of voor uittreding waarin op korte termijn veel kosten bij komen kijken, maar op de langere termijn weer groei kan realiseren. Dit komt ten goede uit voor zowel Italië (op lange termijn) als Nederland (op korte termijn) en de EU als geheel.
-
Vetorecht gebruiken tegen uitbreiding centrale macht EU
Nog meer bevoegdheden en macht naar Brussel is voor ons geen optie. De Europese Unie, dat al tot een politieke unie is omgevormd, kent een te grote macht ten opzichte van onze soevereiniteit. Nederland moet zich al houden aan allerlei richtlijnen (harmonisatie) binnen de EU en ook op verschillende beleidsterreinen. Ondanks dat dit op sociaal en economisch vlak voordelen met zich meebrengt, is de grens wel bereikt. Nederland moet het vetorecht gebruiken bij een toekomstig voorstel, waarin er niet meer macht op federaal niveau komt te staan.
-
Geen Europees leger
Wij zijn een felle tegenstander van een EU leger. Dit soort plannen zijn vaak binnen de EU top besproken en is vaak zelfs ter discussie gesteld om het serieus te overwegen. Wij willen dat niet. Defensie moet altijd de taak van een soevereine staat blijven en mag niet op federaal niveau geregeld worden. Bovendien zijn we al lid van het NAVO bondgenootschap waar zo’n 30 landen lid van zijn. Een aanval op een NAVO lidstaat is een aanval op alle lidstaten en dat betekent dat Nederland militair gezien al goed beschermd wordt. Wel vinden wij dat er binnen de EU militaire missies bevorderd mogen worden om uiteindelijk een sterke defensiesamenwerking te creëren. De EU is ontstaan als economisch samenwerkingsverband en is inmiddels een politieke unie geworden, waarin wij als lidstaat ook al medeverantwoordelijk zijn voor wat de EU op het wereldtoneel doet. Als daarbij een Europees leger tot stand komt, waarin de EU zich officieel omdoopt tot federale unie, dan kunnen wij in een oorlog meegesleept worden waar we niets mee te maken willen hebben. Dit risico hebben we al met ons NAVO lidmaatschap. Defensie is en zal altijd een nationaal voorrecht moeten blijven.
-
Gebruik maken van tijdelijke ontheffing Schengenakkoord
Het Schengenakkoord is een verdrag dat o.a. Nederland heeft getekend om het vrije verkeer van personen mogelijk te maken. Grote nadelen die hierbij komen kijken zijn ongecontroleerde migratiestromen, drugshandelaren en criminelen die ons land binnenkomen en een grotere dreiging van terrorisme. Deze ontheffing geeft ons de gelegenheid om weer controle te hebben over onze grenzen zonder uit een akkoord te stappen of uit de EU te treden. Frankrijk heeft gebruik gemaakt van de ontheffing om migratiestromen vanuit Tunesië te beperken. De ontheffing binnen dit akkoord kan heel goed aansluiten op ons asiel en immigratiehoofdstuk, waarin wij een uitgebreid plan hebben staan hoe we doormiddel van een migratiequotum, stoppen met verlenen van voorrang op sociale huurwoningen en de invoering van een green card systeem weer oplossingen en ruimte kunnen bieden op maatschappelijke vraagstukken.
Tegelijkertijd willen we om de tafel met de EU lidstaten om de inhoud van het schengenakkoord strikt te herzien en het verdrag eventueel zelfs af te schaffen om tot een ander inzicht te komen. Europese landen verkeren namelijk ook in de situatie dat het Verdrag van Dublin, waarin staat dat elke asielzoeker bij aankomst asiel moet kunnen aanvragen, onder zware druk komt te staan. Het schengenakkoord moet dus veranderd of zelfs afgeschaft worden om het Verdrag van Dublin te laten functioneren.
-
Tegen het CETA verdrag
CETA is een in werking getreden handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada, waarin afspraken zijn gemaakt over handel in goederen, diensten en investeringen om zogenaamd duurzame handel te bevorderen. Wij zijn tegen dit verdrag vanwege twee belangrijke punten. Ten eerste worden onze boeren hierin benadeeld, omdat ze door goedkope prijzen van Canadese boeren worden weggeconcurreerd. De boeren daar hoeven zich aan veel minder strenge welzijnseisen te voldoen dan onze eigen duurzame Nederlandse boeren. Aangezien Nederland steeds strengere eisen stelt richting onze boeren, heeft op de langere termijn grote nadelige gevolgen met faillissementen van onze boerenbedrijven tot gevolg.
Het tweede punt is dat dit verdrag absoluut niet opkomt voor de welzijn van dieren die we hier in Nederland wel kennen. In Canada mag een zeug bijvoorbeeld levenslang in een kooi worden geklemd. Dit is in Europa verboden en daarom vinden wij ook dat er door dit verdrag met twee maten wordt gemeten door hier op te komen voor de welzijn en rechten van dieren en tegelijkertijd producten van Canadese boeren in ons land aanbiedt, waarin dieren onder wrede praktijken hebben moeten leven.
-
Vreedzaam buitenlandbeleid EU
De Europese Unie moet zich als een onafhankelijk federale unie gedragen op het wereldtoneel en niet als het schoothondje van de Verenigde Staten. Wij bepalen zelf op wie we sancties leggen, met wie we handel drijven en welke landen we wel of niet erkennen, zonder ons te laten beïnvloeden. De EU moet op het wereldtoneel het juiste voorbeeld nemen door zich in te zetten in globale problemen. Als een land in oorlog verkeert, dan kan het op onze hulp rekenen door de vluchtelingen daar van bijvoorbeeld basisbehoeften te voorzien. Als er ergens een natuurlijke ramp heeft plaatsgevonden, dan moeten landen op onze steun kunnen rekenen om hen bij te staan met de mogelijke middelen die wij te bieden hebben om hen daarbij te helpen. De EU moet het voorbeeld worden van een vrede, democratie en rechtvaardigheid en niet door verdeeldheid te veroorzaken, door alsmaar mee te gaan met de invloed en bevelen van de Verenigde Staten.
-
Defensie uitgaven naar 2% bbp

Asiel en immigratie
Marokko. Door een boycot van aardolie door landen in het Midden-Oosten ontstonden er in de jaren 70 (eind 70) de Eerste en de Tweede Oliecrisis. De turken en Marokkanen werden zwaar economisch getroffen door deze geopolitieke verhoudingen en dit leidde in Nederland tot gezinshereniging, gezinsvorming en daarmee een grote toename aan de allochtone gemeenschap in Nederland.
Een snelle race in de tijd naar de 21e eeuw en we komen uit bij de Syrische burgeroorlog in 2011. Sinds 2013 heeft deze burgeroorlog grote invloed gehad op ons en nog steeds, door grote migratiestromen richting Europa. Hiermee ontstond de Europese vluchtelingencrisis. Sindsdien zijn er in Nederland nog eens honderdduizenden vluchtelingen opgenomen met grote gevolgen sindsdien. Ons land is vandaag gepolariseerder dan ooit. Met name in de politiek, maar ook bevolkingsgroepen in de samenleving die langs elkaar heen leven op basis van afkomst, status en politieke overtuiging. Een goed voorbeeld zijn veel Forum voor Democratie en GroenLinks stemmers die elkaar verafschuwen vanwege hun politieke visie en overtuiging, ook al zijn ze samen onderdeel van dezelfde maatschappij, ze willen niets met elkaar te maken hebben. Het huidige immigratiebeleid en de gevolgen dat het heeft voor onze maatschappij speelt daar een enorme rol in.
Ook voor de allochtone gemeenschap. Azc’s zijn overvol in Nederland en vluchtelingen moeten maanden tot jaren wachten op hun procedures om goed of afgekeurd te worden als nieuw Nederlands staatsburger. Beelden in bijvoorbeeld Ter Apel laten zien dat asielzoekers buiten op het grasveld of zelfs op straat slapen, omdat er simpelweg geen plek meer is om deze mensen op te vangen. De situatie is zo dramatisch dat er sinds 2022 voor de eerste keer in dit land het Rode Kruis is ingezet om de asielcrisis bij te staan.
Deze walgelijke beelden en gebeuren kan een slechte(re) naam leveren aan de allochtone gemeenschap onder het mom ‘het zijn allemaal gelukszoekers’ of ‘ga terug naar je eigen land’. Dit kan Nederland zich absoluut niet permitteren.
Maar de gevolgen van het huidige immigratiebeleid hebben ook direct nadelige gevolgen voor de allochtonen. Door de huidige woningcrisis (door onbetaalbare huizen, voorrang statushouders, gebrek aan ruimte en behoud van de natuur/stikstof regelgeving) zorgt de massa-immigratie die deze kant op komt voor nog meer problemen op dit gebied. Statushouders hebben namelijk voorrang op sociale huurwoningen. Volgens het CBS wonen 75% van de allochtone gemeenschap in een sociale huurwoning en door de lange wachtlijsten in combinatie met voorrang aan asielzoekers op die woning, heeft het huidige immigratiebeleid voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis een nadelig effect op de allochtone gemeenschap, want aan het eind van de dag zijn ook de allochtonen, Nederlanders (in de juridische zin) en zullen dus ook zij voorrang moeten verlenen aan de nieuwe vluchtelingen op de sociale huurwoningen.
Samenvattend: het huidige immigratiebeleid geeft een slechte naam aan de allochtone gemeenschap, door een verdere polarisering in onze maatschappij op basis van afkomst, politieke overtuiging, maar ook de financiële positie van de burger. Dat laatste vanwege het feit dat je met een laag-gemiddeld inkomen (vrijwel) niet in staat bent om een koopwoning aan te schaffen en dus in de wachtlijst komt te staan in de hoop op een sociale huurwoning. Verder heeft ons immigratiebeleid ook niets meer te bieden aan nieuwe immigranten, omdat ons land simpelweg in de knoop zit in verschillende sectoren en maatschappelijke vraagstukken, met asielzoekers die buiten in de kou slapen tot gevolg, wanhopig op afwachting van de lange procedures. Het is overduidelijk: Vol is ook echt een keertje vol.
Oplossingen
De BARV heeft een antwoord gekozen op deze maatschappelijke kwestie waarbij er zoveel mogelijk wordt gekeken naar het behartigen van de belangen van de rechts-conservatieve autochtone gemeenschap als de allochtone gemeenschap. Ons doel is altijd om deze twee gemeenschappen zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen om de polarisering in dit land eindelijk een das om te doen.
De oplossingen:
-
Invoering van een Green Card systeem
Een Green Card is een verblijfsvergunning die verleend kan worden aan migranten om hier te kunnen wonen en werken. Om statushouder te kunnen worden zijn er wel een paar vereisten:
1) De migrant is verplicht om te werken of te studeren. Dit wordt van tevoren gecontroleerd doordat de Green Card door een Nederlands staatsburger of werkgever aangevraagd moet worden voor de betreffende persoon die hier wilt komen wonen.
2) De Green Card kent twee categorieën: de eerste categorie bestaat uit (hoog)opgeleiden met buitengewone vaardigheden (wetenschappers, artsen, journalisten, etc.). De tweede categorie bestaat uit mensen die geen opleiding hebben gehad. Zoals aangegeven in punt 1 moeten zij hier studeren om aan de vereisten van een Green Card te kunnen voldoen. In de tussentijd kunnen ze een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen. Mocht de migrant willen werken, dan moet een werkgever de Green Card indienen.
3) Arbeidsmigranten krijgen nooit een permanente verblijfsvergunning. Ook niet na 5 jaar van verblijf. Dit om de verre vooruitblik van de vergrijzing niet nog harder onder druk te zetten door een explosie van de bevolkingsgroei. Een explosieve groei aan kinderen van arbeidsmigranten nu betekent over een paar decennia een grotere vraag aan nog meer mensen om de inmiddels verouderde generatie op te vangen. (voor verdere toelichting zie thema vergrijzing)
4) Oorlogsvluchtelingen kunnen ook in aanmerking komen voor een Green Card. Hier gelden dan wel strenge voorwaarden bij. Ze moeten een plan opstellen waarin ze laten zien wat ze in Nederland willen doen. Bij goedkeuring worden ze het eerste jaar goed in de gaten gehouden. Na 1 jaar komt er een evaluatie om de ontwikkelingen te bespreken. Als de oorlogsvluchteling, die nu de status van arbeidsmigrant heeft, niet voldoende heeft geleverd, dan wordt de green card afgenomen en de vluchteling geweigerd.
Het Green Card systeem kan ten eerste een goede manier zijn om de beroepsbevolking op een gecontroleerde manier (via migratie) aan te vullen om de vergrijzing (deels) op te kunnen vangen. Ten tweede zorgt het voor een duidelijk onderscheid tussen arbeidsmigranten en oorlogsvluchtelingen. Hiermee kunnen we er zeker van zijn dat ieder individu de juiste procedure krijgt toegerekend. Bovendien willen we benadrukken dat er meer gekeken moet worden naar arbeidsmigranten die behoren tot de eerste categorie. Het is van belang in een verzorgingsstaat om meer mensen bovenaan de ladder te hebben, zodat er meer geld naar de lagere inkomensklassen herverdeeld kan worden. Westerse arbeidsmigranten zijn dus de voorkeur (die gemiddeld veel beter opgeleid zijn). Ook kunnen we aantrekkelijke opleidingen bieden voor niet-westerse vluchtelingen hier zonder studie.
-
Een succesvol remigratie programma opstellen
Zoals al in de inhoud duidelijk naar voren is gekomen, kampt Nederland met een teveel aan asielzoekers. De Azc’s zijn overvol, vluchtelingen slapen buiten op straat (bijgestaan door het Rode Kruis) en de situatie zal ook zo blijven als we op de huidige koers van de kabinetten Rutte blijven.
Het wordt dus tijd dat vluchtelingen die hier geen kans maken op een verblijfsvergunning, omdat ze bijvoorbeeld uit een veilig land komen en zich toch als oorlogsvluchteling hebben gemeld of arbeidsmigranten uit Noord-Afrika die niet de vaardigheden bezitten om hier een bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse economie/ normen en waarden, op een humane wijze teruggestuurd worden naar het land van herkomst. Dit moet gedaan worden via een diplomatische route, door een verdrag te sluiten met de landen waar de migratiestromen vandaan komen (bijvoorbeeld: Syrië, Afghanistan, Marokko). Ook hierbij gelden er een paar voorwaarden om de veiligheid van de asielzoeker zo veel mogelijk te kunnen garanderen:
1) In het verdrag komt een duidelijk woord te staan dat oorlogsvluchtelingen, arbeidsmigranten of vluchtelingen met welke status dan ook, niet worden vervolgd bij terugkomst.
2) Als het remigratie programma in werking treedt dan krijgen alle asielzoekers die terugkeren verplicht alle basisbehoeften mee die ze nodig hebben voor onderweg, om een veilige terugkeer te kunnen garanderen zonder tekortkomingen.
3) Wordt het verdrag op punt 1 wel geschonden door een van de deelnemers, dan wordt het verdrag met dat land verbroken en kan het land als reactie op directe sancties rekenen. Wij zijn fel tegen schendingen van de rechten van de mens.
Kansloze asielzoekers worden niet gedwongen om te remigreren. Niemand mag gedwongen worden om ergens naar toe te trekken, maar dit maakt de situatie wel complex. De asielzoeker komt dus niet binnen en wil ook niet terug. Als antwoord op deze situatie vindt de BARV dat de asielzoeker alleen nog maar recht heeft op basisbehoeften en geen tweede of eersterangs goederen. In de tussentijd wordt de asielzoeker begeleid en wordt ermee in gesprek gegaan met als doel, het overtuigen van de betreffende persoon om toch terug te keren om te helpen bij de opbouw van het land van herkomst. Dit is namelijk ook een belangrijk punt waar politieke partijen het niet over hebben. Op het moment dat wij die migratiestromen uit bijvoorbeeld het Midden-Oosten maar blijven stimuleren, pompen wij ook de jonge beroepsbevolking uit die landen leeg, waardoor een land als Syrie bijvoorbeeld nog verder destabiliseert door hyperinflatie en een economische crisis. Dit zorgt voor een kettingreactie van migratiestromen richting onze landen. Helaas wordt er door de meeste politici nooit zo ver gekeken en blijft het bij een beleid in het uiterste geval van wondjes likken in plaats van een ongeluk voorkomen.
-
Preventief buitenlandbeleid migratie
Als er in een bepaald land een oorlog of een politieke ramp uitbreekt, met een grote migratiestroom tot gevolg, dan zal volgens deze beweging meteen een paar stappen vooruit gekeken moeten worden. De meeste vluchtelingen vanuit het Midden-Oosten en Noord-Afrika trekken altijd richting West-Europa om kans te maken op asiel. Zoals al meerdere malen is aangegeven en nu gaande is, heeft dit een Europese migratiecrisis tot gevolg. Kleine landen als Nederland raken overvol en door onhandige politieke keuzes door de zittende macht op het gebied van andere maatschappelijke vraagstukken (de woningmarkt, vergrijzing, boer en natuur) zet zo’n migratie het land nog dieper in een crisis, waar het al in verkeerde.
Nederland moet als soevereine staat (en dus niet als Europees lid) een harde vuist maken tegen de inmenging van Westerse landen in de politieke situatie van andere landen buiten Europa (met name het Midden-Oosten). De reden dat landen als Irak, Syrie en Oekraïne in een verscheurende situatie verkeren dat nog jaren kan duren, is omdat Westerse landen olie op het vuur gooien door bijvoorbeeld de oppositie te steunen met financiële middelen en wapens in Syrie. Of door ongecontroleerde bombardementen uit te voeren in Irak in de strijd tegen terrorisme. Of door Oekraïne een gigantisch pakket aan geld en wapens te leveren om haar te steunen in haar conflict tegen het gewelddadige Rusland.
Door inmenging in de politieke crisis van een land, of erger, door je te bemoeien met een burgeroorlog dat gaande is en een kant te kiezen, draag je bij aan de migratiestromen richting Europa. Het is dus eigenlijk een kogel die je door je eigen hoofd schiet.
Verder moet dit buitenland beleid erop gericht zijn om landen te helpen (bij een oorlog, politieke crisis of welke situatie dan ook die leidt tot migratiestromen) door de samenwerking aan te gaan met de buurlanden van het land waaruit de migratiestromen voorkomt. Deze samenwerking zal moeten bestaan uit opvang in de regio. Buurlanden moeten grote kampen opzetten (of bestaande) om die stromen op te vangen. Hierbij wordt er gewerkt aan de levering van basisbehoeften en andere middelen om de vluchtelingen te kunnen helpen. Vluchtelingen die niet van plan zijn om in die landen te blijven, moeten geholpen worden door via de diplomatische route, asiel aan te vragen aan het land in waar ze willen verblijven. Mocht dat Nederland zijn, dan kunnen ze via onze procedures asiel aanvragen (zie volgende punt).
-
Variabel opneemsysteem asielzoekers (variable quotum)
Iedereen heeft het recht om asiel aan te vragen. Daadwerkelijk asiel krijgen is een andere kwestie. Op dit punt hebben we het alleen over oorlogsvluchtelingen.
In ons vorige hoofdstuk ‘vergrijzing’ hebben we aangegeven dat met ons systeem, Nederland zo’n 35.000 immigranten op kan nemen in plaats van het migratiesaldo van 107.200 in 2021 of de ruim 300.000 vluchtelingen in 2022. Het migratiesaldo van ons systeem kan dus laag zijn of zelfs negatief. Voor wat betreft de oorlogsvluchtelingen, kunnen ze dus alleen in kleine aantallen toegelaten worden om de andere maatschappelijke ontwikkelingen niet onder druk te zetten. Aan deze eis moeten we dus ook blijven voldoen om het hele plaatje te kunnen laten functioneren. Mocht Nederland bij de aanvraag van een asielverzoek ruimte hebben om de betreffende persoon op te nemen, dan kan bij een goedkeuring van de gegevens de asielzoeker als statushouder gerekend worden en is de betreffende persoon welkom. Een oorlogsvluchteling doet hier wel een aanvraag om te komen verblijven (wellicht voor altijd). Hierbij moet integratie dus een hoofdrol gaan spelen, alsook de economische bijdrage. Een arbeidsmigrant kent algemeen genomen een veel grotere voorkeur voor ons, omdat diegene hier komt met het gedachtegoed van werken. Bovendien is hij er tijdelijk. Een oorlogsvluchteling ontvlucht zijn land vanwege het geweld. Daarom zijn er twee opties als de huidige situatie het niet toelaat om hem op te nemen:
-
Hij wordt geweigerd. Nederland kan geen oorlogsvluchtelingen meer opnemen. De betreffende persoon zal in het kamp moet blijven waarin die al verblijft.
-
Er kan samen met de vluchteling gekeken worden naar andere landen die de vluchteling wellicht op kunnen nemen. De asielzoeker willen we niet in de steek laten en daarom zoeken we altijd naar een manier om hem op weg te helpen. Op internationale steun kunnen vluchtelingen altijd hulp van ons verwachten vanuit de kampen waarin ze verblijven.
Vluchtelingen die hier al zijn gekomen (en bovenstaande situatie dus niet meer geldig is) worden op verzoek teruggestuurd naar de kampen binnen de eigen regio’s. Vluchtelingen die niet naar de kampen willen (terugkeren) krijgen weer te maken met de regel dat ze hier mogen blijven, maar alleen recht hebben op basisbehoeften binnen het Azc. Ze krijgen geen financiële steun van de overheid. Om de illegaliteit van deze asielzoekers te voorkomen willen we kijken of er een mogelijkheid is voor een leer en werk traject voor deze asielzoekers. In het Azc verblijven, kost ons natuurlijk nog steeds veel geld en de meeste geweigerden kiezen er toch voor om zwart te gaan werken, ten koste van de Nederlandse economie. Met een leer en werk traject naar Duits model kunnen zij zich nuttig gaan maken, want ook onze basisbehoeften zijn hier niet gratis. Wellicht zou er dan later wel opnieuw gekeken kunnen worden naar de status van de asielzoeker, als de betreffende persoon bij kan dragen aan ons vergrijzingsprobleem en de huidige situatie het toelaat. Wel blijven wij altijd de prioriteit houden op remigratie. Ook vooral door goede diplomatische banden te onderhouden met landen waar deze migratiestromen vandaan komen om deze plannen ook tot uitwerking te laten komen
De BARV wil duidelijk benadrukken dat we van ieder onschuldig en rechtvaardig mens houden en heeft (zeker als allochtone beweging) ontzettend veel medelijden met de mensen die in zo’n rampzalige situatie verkeren. Daarom proberen we de balans op te zoeken om zoveel mogelijk geschikte vluchtelingen op te kunnen nemen en hen het bestaan kunnen geven waar ze recht op hebben en tegelijkertijd een beleid uitvoeren, waarin de belangen van alle Nederlanders worden behartigd dat geen economische, sociale of demografische ramp tot gevolg heeft.
-
Mensensmokkelaars hard aanpakken
Wij willen een harde vuist maken tegen mensensmokkelaars die actief zijn in de Middellandse zee en rondom kuststroken. Een klassiek voorbeeld is een mensensmokkelaar aan de kust van Libië die een gezin voor zo’n 5000 euro een boot verleent om de Middellandse zee over te steken richting Italië. In heel veel gevallen zinken deze kleine overvolle bootjes onderweg op zee met doden tot gevolg. Wij krijgen een slechte naam, omdat Europeanen geen medelijden hebben met vluchtelingen en het gezin dat voor een veilig bestaan koos kreeg uiteindelijk een lang en pijnlijke dood. De enige winnaar is de smokkelaar die keer op keer geld weet te verdienen.
Wij pleiten daarom voor een sterke samenwerking met Zuid-Europese landen om samen een zeevloot op te zetten die vluchtelingen onderweg moeten opvangen om ze weer veilig terug te sturen naar de landen van herkomst. Ook willen we met een land als Libië lokale eenheden opstellen om de mensensmokkelaars op te pakken en voor de rechter te slepen. Op deze manier kunnen we de Europese buitengrenzen echt verdedigen en hiermee ook Zuid-Europese landen helpen in hun migratiecrisis, waarin zij er nog erger voorstaan dan hier.
Nederland staat al decennia lang bekend om haar gastvrijheid richting arbeidsmigranten en oorlogsvluchtelingen. Sinds de grote economische ontwikkelingen die Nederland na de Tweede Wereldoorlog heeft doorgemaakt, is er veel veranderd. De eerste massale immigratie begon vlak na deze gewelddadige oorlog toen er honderdduizenden mensen uit Indonesië naar Nederland vertrokken. Na de economische doorbraak die Nederland meemaakte in de jaren 60 en 70, was er een groot tekort aan arbeiders om de industrieën bij te houden. Zo’n 150.000 arbeiders buiten Europa kwamen om het gat in de economische ontwikkeling op te vullen. Met name uit Turkije en

Vrijheid van meningsuiting
binnenkort meer

Defensie
binnenkort meer